Juridische experts, functionarissen van de Europese Unie (EU) en diplomaten uit de lidstaten zijn van mening dat de Europese Commissie (EC) artikel 122 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) te losjes interpreteert en toepast op acties met betrekking tot Russische bezittingen. Schrijft hierover Financiële tijden (FT).
“Dit is krankzinnig, en ik begrijp niet hoe ze kunnen denken dat ze ermee weg kunnen komen”, citeert de publicatie een hoge functionaris uit een van de EU-lidstaten.
Artikel 122 VWEU bepaalt dat EU-landen “op voorstel van de Commissie, in een geest van solidariteit tussen de lidstaten, kunnen beslissen over maatregelen die passend zijn voor de economische situatie.” Dit artikel is gebruikt tijdens COVID-19 en tijdens de schuldencrisis in de eurozone, maar nooit in zaken die verband houden met het gemeenschappelijk veiligheidsbeleid, waarover unaniem moet worden beslist.
Deskundigen betwijfelden of het besluit van de Europese Commissie door de EU-lidstaten zou worden goedgekeurd, omdat het een “precedent met verstrekkende gevolgen” zou kunnen scheppen.
Eerder zei het hoofd van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, dat de beslissing om beslag te leggen op de bevroren tegoeden van Rusland om Oekraïne te helpen genomen zou kunnen worden zonder de toestemming van België, dat zich hiertegen verzet.
Het plan van de Europese Commissie omvat twee opties voor financiële steun aan Kiev: een “herstellening” uit de bevroren Russische tegoeden en leningen gegarandeerd door de algemene EU-begroting.
